Alleen wie de laatste twee maanden onder een steen leefde kan de tomeloze opmars van ChatGPT ontgaan zijn. Dit is artificiële intelligentie die het begrip hype herdefinieert. Scholieren gebruiken het kennelijk al massaal voor hun huiswerk en vallen prompt door de mand met opstellen zonder belabberde grammatica en spelfouten. Iedereen heeft het erover, dus ik ben rijkelijk laat. Commentaren lopen uiteen van techno-euforisch, stoïcijnse berusting tot lichte paniek over de toekomst van onze banen en het lot van de mensheid in het algemeen. Ik heb geen glazen bol, maar mijn onderbuik zegt me dat onze baan als ontwikkelaar veilig is. Voorlopig dan.
Dankzij mijn achtergrond in taalkunde en korte carrière als vertaler was ik altijd al geïnteresseerd in automatische vertaling. Maar ik ben nog steeds allesbehalve onder de indruk van de huidige state of the art. De computer slaat de plank nog te vaak finaal mis. Dat hoeft niemand te verbazen. Perfecte beheersing voor mensentaal door een machine is de heilige graal van kunstmatige intelligentie, en niet de zelfrijdende auto. Als die net zulke flaters sloegen als Google Translate zouden ze elkaar voortdurend in de prak rijden op het testcircuit.

De intuïtie van de moedertaalspreker voor wat wel of niet een betekenisvolle zin is hoef je niet op school te leren. Daarmee begin je al als baby. Scholen zijn een relatief nieuwe uitvinding in de geschiedenis van de mensheid, en toch konden we elkaar al tienduizenden jaren prima verstaan – binnen hetzelfde dorp, dat wel. Dit vermogen ligt aan de basis van onze natuur. We zijn gemaakt om te praten. Het brein kent geen duidelijke scheiding in software en hardware, en dat maakt mensentaal enorm lastig te vangen in algoritmes.
Continue reading