Elk land heeft wel één of meer nationale trauma’s. De meeste torsen een slavernijverleden. België heeft zijn Marc Dutroux en Nederland heeft de val van Srebrenica. Maar geen is zo ongehoord smerig als wijlen Jimmy Savile, waarover nu de documentaire A British Horror Story op Netflix staat.
Jimmy wie? Overal ter wereld heb je figuren voor wie het halve land aan de buis gekluisterd zit, maar die in het buitenland onopgemerkt over straat kunnen omdat hun grappen en grollen geen exportpotentieel hebben.
Savile was meer dan veertig jaar lang een excentrieke publiekslieveling. Met zijn engelachtige witte lokken, uitbundige trainingspakken en eeuwige sigaar cultiveerde hij een zorgvuldig imago. De presentator van Top of the Pops zamelde miljoenen in voor ziekenhuizen, vervulde duizenden kinderwensen in Jim’ll Fix It en was een goede vriend van premier Thatcher en prins Charles. Zelden werd iemand bij zijn dood zo bewierookt als Sir Jimmy. Het ontbrak nog net aan een heiligverklaring.
En zelden viel iemands nagedachtenis zo snel en genadeloos in duigen, toen een jaar na zijn dood, in 2012, steeds duidelijk werd dat justitie de meest schaamteloze kinderverkrachter ooit een halve eeuw zijn gang had laten gaan. Zijn potsierlijke grafsteen werd weggehaald en tot puin vermalen. De kindervriend met zijn ondeugende grapjes, die de natie op een voetstuk had gehesen, bleek een meestermanipulator. Alles stond in dienst van zijn niet-aflatende honger naar nieuwe slachtoffertjes. Met zijn netwerk van invloedrijke vrienden, tot de politie aan toe, bouwde hij een façade van betrouwbaarheid op, zodat iedereen bij elke verdachtmaking – want die waren er echt wel – zou denken “dit kan niet waar zijn”.
Wie te goeder trouw is moet zichzelf niet te snel naïef noemen als hij het slachtoffer wordt van een psychopaat. Liegen en belazeren is hun tweede natuur. Maar dat een heel volk erin stinkt, vijftig jaar lang? Dat was het grote Britse trauma.
En het allerergste: hij kwam ermee weg. Tot een arrestatie is het nooit gekomen; enkel een verhoor, waar hij de vrouwelijke rechercheur tenenkrommend neerbuigend bejegende. De vrouwen wier leven Harvey Weinstein verwoestte hebben tenminste de genoegdoening dat hij de rest van zijn leven achter de tralies door zal brengen. De honderden slachtoffers van Savile sinds de jaren zeventig (nu van mijn leeftijd; je moet er niet aan denken) is dat niet gegund.
Je gaat ook bepaald niet milder denken over de katholieke kerk. Savile was praktiserend katholiek. Nou ja, hij ging regelmatig naar de mis. Met de kennis van nu is het makkelijk te geloven dat ook dat deel van zijn openbare leven geacteerd was. En toch… In een ontluisterende tv-gesprek schetst hij hoe hij zichzelf straks bij Petrus de hemelpoort binnen zal praten: Luister aan de éne kant van de lijst staan de niet zo fraaie dingen, maar die waslijst van al mijn liefdadigheidswerk, dat moet toch ook wat waard zijn?
Tijdens Savile’s hoogtijdagen zat het deksel nog stevig op de beerput aan misbruikschandalen binnen de katholieke kerk, anders had de publieke opinie vast eerder lont geroken. Misschien meende hij echt dat zo’n aflaat mogelijk was, en met hem de duizenden priesters en bisschoppen die ook niet gepakt waren: dat God hen ermee weg zou laten komen, dat Hij bereid was de smet van de allergrootste wandaden weg te poetsen in ruil voor twintig weesgegroetjes of 40 miljoen pond aan charitas.
Hoe bespottelijk en walgelijk tegelijk.