Geen opbeurend lees- en kijkvoer waar ik het nu over wil hebben. The Devil Next Door is een vijfdelige Netflix serie over het beroemde proces op oorlogsmisdadiger John (Ivan) Demjanjuk (1920-2012). Voor wie de geschiedenis niet kent een korte samenvatting (spoiler alert).
Na de oorlog vestigde de jonge Oekraïner zich in de VS en werkte veertig jaar lang als automonteur bij Ford. Midden jaren tachtig rees het vermoeden dat de brave huisvader de beruchte bewaker Ivan de Verschrikkelijke was uit nazivernietigingskamp Treblinka. De VS trok zijn staatsburgerschap in en leverde hem uit aan Israël. Na een groots opgezet publiek proces werd hij tot de strop veroordeeld, maar in afwachting van zijn hoger beroep kwam ontlastend bewijs uit de KGB-archieven van de zojuist gevallen Sovjet-Unie. De Hoge Raad sprak hem vrij onder grote publieke verontwaardiging. Later werd Demjanjuk alsnog in Duitsland veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij de moorden in kamp Sobibor. Hij stierf in gevangenschap op hoge leeftijd.
Heel Israël zat maandenlang gekluisterd aan radio en TV om het proces live te volgen. De randvoorwaarden voor een eerlijk proces zonder aanzien des persoons waren er bij voorbaat niet. Geen enkele advocaat wilde zijn vingers branden aan de verdediging. Pas na maanden diende de excentrieke Yoram Sheftel zich aan. De oud-raadsman krijgt uitgebreid het woord in de serie en komt na bijna veertig jaar nog steeds over als de ijdeltuit en plaaggeest van de archiefbeelden met hetzelfde gesoigneerde baardje. Jarenlang was hij na Demjanjuk zelf de meest gehate man van Israël. Een verrader, een slechte Jood. Maar hij had wel degelijk een punt.
Nooit was een volk meer betrokken bij één enkele strafzaak. De hoofdarchitecten van de Shoah waren er niet meer, dus richtte de woede van het hele volk zich op één ongehoord wrede vertegenwoordiger van de grootste georganiseerde moordpartij ooit. Heel Israël voelde zich persoonlijk slachtoffer en was dat in feite ook, inclusief de aanklager en de rechters. Maar de bewijsvoering rammelde. De foto op Ivans persoonsbewijs was veertig jaar oud en van twijfelachtige gelijkenis. De oogkleur zoals beschreven op het paspoort klopte niet. Na een hartverscheurende getuigenis wees een overlevende live onder het oog van zestien camera’s en het hele Joodse volk de pafferige bejaarde aan als de beul van weleer. Hij moest wel, aldus Sheftel.
De Hoge Raad was niet overtuigd dat de monteur uit Ohio Ivan de Verschrikkelijke was, ofschoon hij wel degelijk medepleger van moord was, zij het dan in een ander kamp. Maar daarvoor was hij niet uitgeleverd door de VS en aangeklaagd. De vrijspraak moest voor de Raad pijnlijk zijn geweest en onverteerbaar voor de overlevenden, maar het pleitte wel voor de onafhankelijkheid van de rechtspraak.
Telkens resoneerde de emotionele vraag tijdens de getuigenissen hoe iemand dit uit vrije wil zijn medemens aan kon doen. Waarom die zinloze wreedheid? SS-opperhoofd Heinrich Himmler leidde de Holocaust als een koele bureaucraat. Hij was ten diepste overtuigd dat de Joden verdelgd moesten worden maar was waarschijnlijk geen sadist — al liet het leed van de slachtoffers hem ijskoud. Ivan verminkte lachend vrouwen en kinderen op weg naar de gaskamer met een hakmes. Omdat het mocht.
Niemand die gezond van geest is doet zoiets. Het Nederlandse strafrecht veroordeelt een verdachte niet als er sprake is van ‘gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van iemands geestvermogens’. Maar zolang iemand zich wel bewust is van wat hij aanricht kan hij geen aanspraak maken op deze strafuitsluitingsgrond. Ivan mag dan een ziek brein hebben gehad, maar de gedachte dat hij niet uit vrije wil gehandeld zou hebben is onaanvaardbaar.
The Guardian had een goede long read over dit hete filosofisch hangijzer: de vrije wil, of het gebrek daaraan. Op een fruitschaal liggen een appel en een banaan. Je mag de appel of de banaan eten, allebei, of geen van de twee. Je mag er ook eerst wat mee jongleren. Aan jou de keuze, zonder enige externe drang. Eigen wil? Mocht je willen. Zo voelt het alleen maar. Het gevestigde inzicht van de hersenwetenschap is al lang dat die vorm van vrije wil een illusie is. Het brein beantwoordt aan de wetten van de natuur. Ontelbaar veel omstandigheden, die teruggaan tot je vroegste jeugd, sturen aan op een onvermijdelijke beslissing. Die beslissing neem je niet, die ervaar je. De onafhankelijke beslisser bestaat niet. Onder exact dezelfde omstandigheden had jij precies hetzelfde gedaan met dat fruit. En Ivan met die uitgemergelde vrouwen in de rij voor de gaskamer. Niet voor niets staat de studie van de vrije wil bekend als nogal deprimerend, of je het nu vanuit neurologisch of filosofisch oogpunt bekijkt.
Het inzicht dat de kampbeul neurologisch gezien geen keuze had wil er bij ons mensen niet in en is voor de maatschappij al helemaal onverkoopbaar. Wij hebben de vrije wil nodig, al is het een illusie en ook al zijn wij ons brein. Ernstige antisociale stoornis (psychopathie) is meestal herleidbaar tot aangeboren hersenafwijkingen. Dat hoeft niemand te verbazen. Dat gedrag moet toch ergens vandaan komen. Opvoeding kan de stoornis verergeren, maar niet veroorzaken. En er is helaas geen medicijn, therapie of operatie. Je bent een agressieve, manipulerende narcist tegen wil en dank en dat blijf je. Daar ben je mooi klaar mee. Maar zolang je je bewust ben van je daden mag en zal de maatschappij je ervoor verantwoordelijk houden.
Jon Ronson schreef het boek The Psychopath Test (2011), naar een veelgebruikte diagnostische methode van psycholoog Robert Hare. Tijdens een seminar van Hare opperde hij tegen een mede-cursist half serieus dat je eigenlijk medelijden met psychopaten zou moeten hebben. Met hun slecht functionerende amygdala was het toch niet hun eigen schuld? Zijn gesprekspartner gaf het enige juiste antwoord: “Why should we feel sorry about them? They don’t give a shit about us”. (p. 115)