Een leven lang leren en fouten maken

Ik schrijf liever geen blogs over bloggen, maar sommige collega’s ventileren regelmatig een herkenbare mening waar ik iets over moet zeggen. Het gaat meestal als volgt: de schrijver (veertigplus) ziet het werk als ontwikkelaar niet meer zitten en vraagt zich op basis van eigen anekdotisch bewijs af waarom toch zoveel gedesillusioneerde oudgedienden en masse de overstap richting management nemen. Teleurgesteld dat de kunst van het programmeren geen grote sprongen voorwaarts meer maakt klagen ze dat anderen – niet zijzelf uiteraard – nog steeds dezelfde domme fouten maken. Alsof de geschiedenis zich niet overal en altijd herhaalt.

Een dood spoor? Voor mij nog lang niet! (IJzeren Rijn, bij voormalig station Vlodrop, Limburg)

Hoe dikker je dit professioneel ennui aanzet, hoe harder de nerds op leeftijd in de contramine gaan. Precies zoals het algoritme belooft. You’re so wrong! I ’m a happy coder at seventy, doing React native. De meeste reacties zijn net zo anekdotisch. Ik misgun niemand hoge kijkcijfers, maar dit is geen boeiende of leerzame leeservaring. Dit is mijn eigen natte-vingerinzicht over de kwestie. Programmeurs lopen op middelbare leeftijd echt niet allemaal over naar management, en ze verlaten ook niet de IT. Software is nog steeds een groei-industrie waar de aanwas van jonge afgestudeerden de vergrijzing van de zittende populatie ruim compenseert en de gemiddelde leeftijd laag houdt.

Dit heb ik nog te zeggen over het vak als vijftigplusser. Als je erop uitgekeken bent, realiseer je wel dat je wereldwijd nog steeds in de top vijf procent vertoeft qua werkzekerheid, veiligheid en salaris, zij het voor jou dan niet qua tevredenheid. Velen benijden je je positie, dus tel je zegeningen toch maar. Maar het werk is steeds hetzelfde, zeg je? Wat dacht je van tandarts of leraar? Routine wordt pas sleur als je jezelf niet meer kunt uitdagen om je best te doen. Leergierig blijven is part of the job en je draagt zelf de verantwoordelijkheid om trots te blijven op je vakmanschap.

Ik geloof niet dat ontwikkelaars vastlopen in hun carrière door te weinig uitdaging. Ik denk juist dat te veel verandering in te hoog tempo een onwerkbare uitdaging creëert. Die druk kun je minder goed het hoofd bieden, want je veert niet meer zo soepel terug als voorheen na een nachtje buffelen achter het toetsenbord. Het onophoudelijk komen en gaan van nieuwe technologieën werkt overstelpend. Dit is een heel ander soort herhaling dan je duizendste REST controller klasse schrijven. Van beide kun je moe worden, maar ik geloof dat mensen sneller uitgeput raken van de noodzaak om bij te blijven dan dat ze een hekel hebben aan routineuze taken. Routine kan rustgevend zijn en je een gevoel van controle geven. Verandering betekent vaak het tegenovergestelde.

Mensen doen dingen graag zoals ze het gewend zijn. If it ain’t broke don’t fix it. Dat is misschien een goede raad voor code-onderhoud, maar twijfelachtig carrièreadvies binnen de IT. Een hekel hebben aan verandering is een veeg teken. Je moet gewoon bijblijven met nieuwe versies van grote frameworks als JUnit en Hibernate, en dit zijn nog kleine stapjes vergeleken met de fundamentele verschuivingen die plaatsvinden in het programmeren zelf. We gaan van object-georiënteerd, procedureel, mutable, monolitisch naar functioneel, reactive en asynchroon, als je dat nog niet doorhad. Wees gerust; alle junior collega’s zitten in hetzelfde schuitje.

Van talent krijg je in je leven een eenmalige portie, en rauwe, monomane energie wordt met de jaren alleen maar minder. Leef ernaar en kom er niet te laat achter – door een burn-out – dat het leven meer is dan werk alleen. Prima om toe te geven dat je geen Linus of Venkat wordt. Je jaren geven je niet vanzelf recht op een popsterstatus. Daar zijn sowieso maar weinig vacatures in, en de Uncle Bobs van deze wereld willen van geen wijken weten. Toch is er een unique selling point waar iedereen met veel ervaring van kan profiteren, en dat is weten hoe het niet moet. Koester de harde lessen van alle slechte beslissingen die je nam en teleurstellingen die je te verduren kreeg. 

Deze bagage geeft je veel meer Yoda appeal dan je denkt. Jonge ex-collega’s bedankten me soms voor een leerervaring terwijl ik niet eens vond dat ik ze actief iets bijbracht, anders dan constructieve kritiek en advies. Het waren slimme gasten, die me zouden verpulveren in elke wiskundige puzzel, maar toch had ik ze kennelijk iets verteld dat bleef hangen en ze verder hielp. Die bijrol zie ik wel zitten voor de komende vijftien jaar. Als je je technische kennis relevant houdt, leergierig blijft en je jonge collega’s als intellectuele gelijken behandelt (want dat zijn ze), dan heb je van leeftijdsdiscriminatie weinig te vrezen.