Falen is altijd een optie, mevrouw Holmes

Naar verwachting valt oktober dit jaar het vonnis voor Elizabeth Holmes, voormalig topvrouw van de biotech-startup Theranos. De jury achtte haar schuldig aan meerdere aanklachten van fraude en misleiding. 900 miljoen dollar aan opgehaalde investeringen gingen samen met het bedrijf in rook op. Ze kan maximaal twintig jaar krijgen. Niemand ziet een jonge moeder graag zo lang de cel indraaien, tenzij ze wel heel schaamteloos de wet heeft overtreden. Dat lijkt hier wel gebeurd te zijn. Twee belangrijke klokkenluiders en journalist John Carreyrou van de Wall Street Journal brachten de bal aan het rollen. Tegelijk met het juridisch spektakel volgde zijn boek Bad Blood: Secrets and Lies in a Silicon Valley Startup, de HBO documentaire The Inventor: Out for Blood in Silicon Valley, de serie The Dropout, en een verfilming met Jennifer Lawrence in de hoofdrol is in de maak. Holmes mag nu een tragisch en gehaat figuur zijn, maar dat de affaire zo mediageniek uitpakt heeft ze toch echt zelf in de hand gewerkt. Voor haar ondergang is niemand anders dan zijzelf verantwoordelijk. Ik heb maar beperkt medelijden.

The Inventor – Out for Blood in Silicon Valley (c) HBO Documentary Films

Hoe zat het ook weer met Theranos? De negentienjarige Holmes hield het in 2003 na een jaar chemische techniek op de prestigieuze Stanford Universiteit voor gezien om haar eigen bedrijf op te richten. Theranos zou technologie gaan ontwikkelen om zonder injectienaald snel en efficiënt een batterij aan geautomatiseerde bloedtests uit te voeren. Geen enkele specialist wist haar te overtuigen dat dit op basis van een enkel speldenprikje onmogelijk was. Maar ze zette onverdroten voort en had na een jaar al zes miljoen aan investeringen binnen. Daarna ging het hard. Maar goed, lees voor de samenvatting zelf maar het Wikipedia artikel en kijk vooral de documentaire. Hier volgt wat ik er zelf het interessantst aan vond.

Saaie dingen sexy maken: dat kunnen ze goed in Californië. Traditionele bloedtesten zouden niet veranderd zijn sinds de jaren vijftijd (lees: ouderwets), aldus Holmes. Veel van die testbedrijven hadden immers al processen aan hun broek gehad omdat ze hun prijzen kunstmatig hoog zouden houden. Theranos ging de boel flink wakker schudden met een beter en goedkoper alternatief. Het druppeltje bloed van de proefpersoon werd opgevangen in de nieuw ontwikkelde “nanotainer” en ingebracht in het vlaggenschip de Edison, het minilab ter grootte van een forse printer. Het had niet misstaan in een aflevering van Star Trek.

Maar zo’n wondermachine is heel andere koek dan waar Silicon Valley groot en bekend mee is geworden. Dat is namelijk vooral software bouwen om een eeuwenoude bezigheid als een taxi bestellen of boodschappen doen op je telefoon mogelijk te maken. En daar dan een verdienmodel omheen te bouwen met saaie, vertrouwde technologie, veelal ontwikkeld aan universiteiten. Email als digitale standaard bestond al sinds de jaren zeventig, lang voordat Gmail een succes werd. De Valley is lang niet zo innovatiefals je zou denken. De Googles, Apples en Microsofts van deze wereld zijn kampioen creatieve bedrijven opkopen, dat wel.

Medische innovaties lenen zich ook niet goed voor de stijl van rapid prototyping waar die bedrijven aan gewend zijn. Je kunt het grote publiek niet als proefkonijn gebruiken, want daar gaat die logge en lastige Food and Drug Administration (FDA) voor liggen. En terecht. Je kunt niet onder de mantra van move fast and break things een halfbakken website uitrollen als die je gaat vertellen dat je misschien prostaatkanker hebt. Dat moet eerst uitentreuren getest zijn, en voor zo’n lange adem hebben de investeerders niet het geduld.

“Gebleken onderhandelingsvaardigheden met leiders van communistische grootmachten tijdens de Koude Oorlog”. Het zal niet zo in het profiel voor de Raad van Commissarissen hebben gestaan, maar vanwaar dan die keuze voor de zeer seniore George Shultz en Henry Kissinger? En waarom deden ze mee? Want wat deze oud-ministers van BuZa naast een kindertijd in de jaren twintig vooral deelden was totale onkunde van robotisering, diagnostiek en hematologie. Dat gold trouwens ook voor mededirecteur Sunny Balwani, die zijn sporen in de IT had verdiend maar verder niet gehinderd was door kennis van zaken. Het was overduidelijk dat de Raad was samengesteld om hun netwerk en eerbiedwaardige staat van dienst. Dat opende de deur naar grote investeerders als Rupert Murdoch, ook al oud genoeg om Holmes’ grootvader te zijn. Alle sollicitanten, inclusief de receptioniste, waren persoonlijk op gesprek geweest bij de zonnekoningin, die vooral jaknikkers en bewonderaars om zich heen verzamelde. 

De tomeloze ambitie tegen beter weten werd in The Inventor mooi geduid door psycholoog en gedragseconoom Dan Ariely. De maatschappij heeft ook mensen nodig met een overschot aan zelfvertrouwen, zo relativeert hij. Anders zou niemand meer een restaurant durven beginnen. De meeste bedrijven worden immers geen succes. Maar hoe sterker je je vastbijt in een probleem, hoe meer je vindt dat de wereld zich moet richten naar jouw voorgenomen oplossing als het dreigt te mislukken. En hoe sterker je overtuiging dat jouw missie moreel hoogstaand is en van groot publiek belang, des te eerder zul je de waarheid geweld aandoen en zelfs liegen. Het is een gevaarlijke glijdende schaal.

Holmes bleef ervan overtuigd dat ze een gerobotiseerd laboratorium kon ontwikkelen voor 200 verschillende tests dat draagbaar was en aan een enkel druppeltje bloed genoeg had. Ze had namelijk een levenslange fobie voor naalden. Daarom moest en zou een vingerprik voldoen. “Dat gaat niet werken”, bleven de ingenieurs en artsen verzuchten. “Misschien ben je dan wel niet uit het juiste hout gesneden”, was het standaardantwoord op zulke bezwaren. Maar het druppeltje bloed en de draagbaarheid van de machine waren in essentie de oorzaak waardoor de hele onderneming ten dode opgeschreven was. Ook uitvinders moeten zich schikken naar de wetten van de natuur. Neem het Apollo programma in de jaren zestig. Niemand was zeker of het zou lukken, alleen dat het een hachelijke, miljardenslurpende onderneming zou worden. Maar er was geen NASA-directeur die verordonneerde dat de Saturnus V raket maximaal 100 meter mocht worden. Nee, hij werd zo groot als nodig was om de maanlander los van de aarde te krijgen.

Als je opdrachtgever niet-onderhandelbare vereisten stelt met een onderbouwing van enkel hoogstpersoonlijke voorkeuren of aversies, dan wordt het tijd om je cv op te poetsen. Op de werkvloer werd het al snel een letterlijke bloody mess. De prototypes gingen voortdurend kapot, en toen begon het grote jokken tijdens demonstraties voor de investeerders. De nanotainers met bloed van de gasten gingen de Edison in maar werden achter de coulissen schaamteloos verwerkt in een regulier lab met Siemens apparatuur.

Ik ga niet beweren dat oplichterij op deze schaal bij ons niet gebeurt. Maar zo’n giftige cocktail van narcisme, techno-fetisjisme en hebzucht zoals bij Theranos wordt toch vooral in Amerika gemixt. Het is veelzeggend dat de naamgever van de gedoemde machine, Thomas Edison, naast een van de productiefste uitvinders aller tijden als zakenman lang niet altijd bonafide was. Hij beloofde meer dan hij waar kon maken en was gewoon om investeerders lange tijd te misleiden over de voortgang van een uitvinding. Een gokker die hoog bleef inzetten als zijn fiches al bijna op waren. Fake it till you make it is die tactiek gaan heten, en daar was hij ook de uitvinder van.

Ook populair in Hollywoodfilms is het afgezaagde “Failure is not an option!”. Sorry hoor, maar falen is altijd een optie als je in zaken gaat. Kijk er de cijfers van de Kamer van Koophandel waar ook ter wereld maar op na. Ik kan hier nog één spreuk aan toevoegen, die niet met zoveel woorden viel in de documentaire, maar alle naïviteit goed samenvat: if it sounds too good to be true, that’s because it is. Als iets te mooi om waar te zijn lijkt, dan is het dat vaak ook. Als iemand beweert een goedkoop en effectief middel tegen elke vorm van kanker te hebben uitgevonden, moet argwaan je eerste reactie zijn. Dat is geen pessimisme maar gezond verstand.

Maar het hád kunnen werken. Als Holmes had ingestemd met een groter uitgevallen machine en een vingerhoedje bloed in plaats van een speldenprik was het heel misschien een succes geworden. We zullen het nooit weten. Genoeg dus even over lichtgelovige Amerikanen en tot slot een puur Nederlands voorbeeld van collectieve verstandsverbijstering. Rond de eeuwwisseling hadden we namelijk Jan Sloot en zijn revolutionaire Sloot Digital Coding System. Journalist Erik Smit schreef de sappige geschiedenis op in de Broncode uit 2004.

Sloot, een tv-reparateur en elektronica-hobbyist, beweerde een revolutionaire codering te hebben bedacht waarmee hij een willekeurig databestand van arbitraire grootte kon destilleren tot een sleutel van maximaal één kilobyte, duizend tekens dus. Jan Sloot stierf aan een hartaanval vlak voordat hij de details van zijn uitvinding uiteen zou zetten, maar je hoeft niet sterk wiskundig onderlegd te zijn om te beseffen dat dit eenvoudigweg niet kan. Het aantal mogelijke sleutels is weliswaar gigantisch (28192), meer dan het aantal atomen in het universum, maar toch telbaar. Het aantal mogelijke databestanden is echter oneindig. En tegenover oneindigheid is elk eindig getal nietig. Pieter Spronck legt het hier mooi uit in The stick of Jan Sloot.

Toch trapte niemand minder dan Philips’ Executive Vice President Roel Pieper met open ogen in de verlokking van de imaginaire uitvinding. Wat bezielde uitgerekend hem, cum laude afgestudeerd in de informatica, in een dergelijk perpetuum mobile te geloven? Het moet toch de belofte zijn geweest dat je met zo’n innovatie rijker zou worden dan alle tech-giganten bij elkaar, met een stevige kans op de Nobelprijs voor wiskunde. Bedenk dat onze kantoren nog vol stonden met floppy’s, cd-roms en 50 kB modems. Deze uitvinding zou dat allemaal in één klap overbodig maken. Het klonk te mooi om waar te zijn, en daarom blijven ook slimme mensen erin trappen als de hebzucht en ambitie groot genoeg is.