Volkskrant-journalisten Sander Schimmelpenninck en Teun van de Keuken gingen er in hun columns vandaag (14/22/2022) weer met gestrekt been in. Aanleiding was een oude plaat die de Telegraaf kennelijk weer had opgezet. Wie claimt voor het milieu te zijn en niet in een onverwarmde yurt onder een paardendeken rauwe wortels knaagt is ongeloofwaardig. Iets van dien aard. Nou, liever een inconsequente idealist dan een consequente cynische lul, was de strekking van beide columns.
Er is ook niks zo irritant als iemand die jouw goede bedoelingen onderuithaalt omdat je niet roomser dan de Paus bent. De oude Grieken kenden hun drogredenen al, en de jij-bak blijft favoriet. Wie niet honderd procent zuiver op de graat is en desondanks het gore lef heeft anderen de les te lezen, is een hypocriet en bij deze gediskwalificeerd.
Niet elk verwijt van hypocrisie is misplaatst, maar er zijn wel spelregels. Pas als jij je voorstaat op hoge standaarden waar je jezelf niet aan houdt maar die je wel aan anderen oplegt ben je een hypocriet, en vooral als die leefregels een kwestie van alles of niets zijn. Een orthodoxe moslim die heimelijk varkensvlees eet en alcohol drinkt is in strijd met de regels van zijn geloof, of hij nu elke dag of eens per jaar de fout in gaat. Wie vreemd gaat idem dito. Trouw ben je altijd, of je bent het niet. Wie zulke alles-of-niets regels aanvaardt en er zich toch niet aan kan houden (we blijven immers mensen) moet tenminste even schuldbewust zijn mond houden.

Maar heel veel belangrijke keuzes zijn geen kwestie van alles of niks. Wie eerst vijftig sigaretten per dag rookte en nu vijf, merkt het gunstig effect op zijn conditie en de portemonnee meteen. Van tien borrels naar één: zelfde verhaal. Als alle vleeseters in Nederland twee dagen per week minder vlees aten, hadden we geen stikstofcrisis, ook al was er geen enkele vegetariër méér bijgekomen.
Maar wat doen we? Liever wijzen we naar de buurman, en nog liever die in een ander land. We vermijden de pijnlijke keuzes om onze verkwistende levensstijl en de resulterende klimaatrampen binnen de perken te houden. Schamperen over deugneusjes: de discussies over de grootste uitdaging die de mensheid ooit over zichzelf heeft afgeroepen speelt zich kennelijk af op het niveau van het schoolplein.
Maar waar zitten ze dan, de schijnheiligen die vlees eten willen criminaliseren, de mond vol hebben over vliegschaamte, en wel elk weekend langs de Mc Drive gaat in hun SUV? Het is hetzelfde hysterische archetype van de cynische proleet op de Larense golfbaan. Clichés. Stropoppen waar het ene kamp het andere mee om de oren slaat en die ons geen millimeter dichter bij elkaar brengt.
Als je je niet aangesproken voelt door andermans vermeende hypocrisie kun je het prima laten passeren. De atheïst maakt zich niet druk over een imam die stiekem wijn drinkt. Hij komt niet in de moskee. Die wetten gelden voor hem niet. Die hoger opgeleide jongens en meisjes van Groen Links daarentegen zijn veel irritanter. Want de hypocrisieroeper weet heus wel hoe de vork in de steel zit, tenzij hij een echte hard line klimaatontkenner is. Zijn scherpslijperij is een vorm van zelfbescherming die hem mooi ontslaat van de morele verplichting om zelf een poot uit te steken. Zo’n houding is misplaatst, gemakzuchtig en vooral schadelijk. Wat maakt het ook uit? Dat vliegtuig vertrekt ook zonder mij. Dat stukje varken daar in de cellofaan is toch al dood. Die auto staat toch al volgetankt op de oprit.
De wereld heeft niet méér Greta Thunbergs nodig, maar pragmatische burgers die beseffen dat je geen heilige hoeft te zijn om toch goed te doen. Die weten dat alle kleine beetjes helpen, ook als het om je eigen schadelijke consumptie gaat.
Wat in ieder geval nooit werkt is elkaar voor vuile vis uitmaken. De schenen waartegen Sander Schimmelpenninck probeerde aan te trappen missen hun doel als je een paar miljoen kiezers wegzet als ‘dom rechts’. Het is niet constructief. Het brengt ons geen stap verder. Net zomin als ik dat stuk op de Telegraaf gelezen heb, zullen hun lezers die column (of dit stukje) lezen. Iedereen maakt zich vooral kwaad over de ander in zijn eigen knusse bubbel. Een bubbel die griezelig warm wordt, elk jaar meer.