Op het internet bestaan gelukkig ook nog fijne initiatieven die de mensheid wel amuseren en verheffen. Zoals project Gutenberg, een site die (literaire) werken in het publiek domein gratis beschikbaar stelt voor op je e-reader. Dat zijn vooral klassiekers waarop de auteursrechten verlopen zijn. Zoals de boeken van Jules Verne.
Buiten Frankrijk had Verne niet de reputatie die hem thuis ten deel viel. Veel van zijn vertellingen zijn verkort en versimpeld, waardoor hij de reputatie van een kinderboekenschrijver kreeg. Ook de eerste Engelse vertalingen waren niet bijster goed. Lees hem dus in het origineel als je kunt. Voor mij was dat helaas een brug te ver. De oude Engelse vertaling doet inderdaad nogal gezwollen aan. Hoe dan ook, Jules was de onbetwiste vader van de sciencefiction.
Goede wetenschappelijke fictie begint vanuit de aanname dat de mensheid beschikt over technologische innovaties die ze nu nog niet heeft. De schrijver laat zich inspireren door de consequenties daarvan, liefst ook de morele en ethische. Het helpt daarnaast als de wetenschappelijke onderbouwing niet alle verworvenheden van de moderne natuurkunde op zijn kop zet. Met een onzichtbaarheidspil of teletijdmachine ga je over een grens en wordt het eerder Fantasy.
Honderd jaar voor de Apollomissies schreef Verne De la terre à la lune, over het ambitieuze project om vanuit Florida een onbemand projectiel de ruimte in te schieten. Tegelijk met de race tegen de klok om het grootste kanon ter wereld te gieten speelt een vermakelijke strijd van wie-heeft-de-langste tussen initiatiefnemer Impey Barbicane, voorzitter van de Gun Club en zijn aartsrivaal kapitein Nichol, die het een hopeloze onderneming vindt. Er komt pas echt iets op het spel te staan als de Franse waaghals Michel Ardan zich aanbiedt om plaats te nemen in het projectiel en de twee kemphanen overtuigt met hem mee te gaan.
Verne stelt vragen en bedenkt oplossingen vanuit de gevestigde wetenschappelijke kennis van dat moment. Hoe bereken je wanneer de maan zo dicht mogelijk bij de aarde staat? Wat moet de startsnelheid zijn van een projectiel om zich aan de zwaartekracht te onttrekken en zonder eigen aandrijving de bestemming te bereiken? Hoeveel schietkatoen heb je nodig voor zo’n explosie en wat moet dat gaan kosten? Het klinkt allemaal heel plausibel, voor een lezer zonder kennis van astronomie, scheikunde, ballistiek, of logistiek.
Over kunststof, koolstofvezels en titanium kon Verne niet dromen. Dus is het projectiel van binnen ingericht als een knusse eersteklas treincoupé met zacht pluche canapés en leren wandbekleding tegen de schokken. Met een Fransman aan boord wordt de inwendige mens natuurlijk niet vergeten. Eenmaal onderweg trekken de avonturiers regelmatig een goede fles wijn open. Een sigaar of pijp wordt niet opgestoken en kennelijk hield ook iedereen beleefd zijn plas op. Het moet niet gekker worden.
Verne’s oplossing van het reuzenkanon is natuurlijk grote onzin. Om in hoger sferen te komen moest het projectiel binnen de loop van 300 meter lang een startsnelheid bereiken tot vijftien keer die van een moderne geweerkogel (36000 tegen 2500 km/uur). Het idee dat je de principes van traditionele artillerie zo kunt opschalen is al een aanname van jewelste, maar dan ook nog passagiers meenemen? You’re pushing it, Jules.
Ook onze helden braken zich het hoofd hierover en brachten een schokdemper aan in de vorm van een drijvende houten vlonder op een meter water. Bij de start zou het water via leidingen naar buiten worden geperst en zo de eerste klap opvangen. Leuk geprobeerd, maar door de G-krachten van zo’n acceleratie is je lichaam al tot moes geperst voordat je bon voyage kunt zeggen.
Onderzoek naar straalaandrijving begon pas 70 jaar later, in de jaren 30. Kanonnen en buskruit bestonden in Verne’s tijd wel al eeuwen. Kennelijk roeit ook de schrijver van fictie met de riemen die hij heeft. Hij rekt de mogelijkheden op tot ver voorbij het onmogelijke. Het maankanon lijkt plausibel voor de leek, maar is totaal onwerkbaar. Daarentegen dragen we nu technologie in onze broekzak waar elke zestigplusser zich in zijn tienerjaren van zwart-wit tv écht geen voorstelling van had kunnen maken. Dat Verne dus niet kon bevroeden op welke wijze de reis naar de maan honderd jaar later toch mogelijk werd kun je hem niet kwalijk nemen.