Mastodon als Twitter-killer? ik heb er een hard hoofd in

Elon Musk heeft dan toch eindelijk voor 44 miljard zijn speeltje mogen kopen. Ik probeer het nieuws over deze ijdeltuit en workaholic zo veel mogelijk uit te filteren, maar er is geen ontkomen aan. 

Ik ben geen fervent twitteraar. Nooit geweest. Ik gebruik het als ik de behoefte heb om een snedigheid met de wereld te delen, sporadisch en nogal ijdel. Maar omdat ik alleen maar zend is die wereld in mijn geval nogal klein. In discussies was ik nooit zo geïnteresseerd, en alles wat echt de moeite waard is hoor ik toch wel via de hoofdtwitteraar op ons huisadres.

Maar Musk schijnt als de facto alleenheerser plannen te hebben die weinig goeds beloven. Dus kon je erop wachten dat er onder de consciëntieuze gebruikers de gebruikelijk storm in een glas water opstak. “Ik vertrek! Naar … eh … hoe heet dat alternatief ook weer?” Inderdaad, hoe heette dat vrije Open Source alternatief ook weer? Ik had maanden geleden een account aangemaakt en er prompt niks meer mee gedaan. 

Mastodon, verrek, moest het zowaar even googelen (pardon, DuckDuckGo). “Schrijf daar eens een stukje over”, vroeg Sandra, “want dat vinden mijn volgers interessant om te lezen”. 

Image (c): https://boilingsteam.com/mastodon-vs-twitter/

Nou, bij deze dan. Ik was niet gehinderd door enige kennis van Mastodon, en ook geen expert in social media, maar ik kan wel hopelijk wat nuttig historisch perspectief geven.

Ten eerste, is Mastodon een soort Twittter? Nee. Twitter is een Amerikaans beursgenoteerd bedrijf, nu in handen van de rijkste man ter wereld, dat een gratis berichtendienst aanbiedt. Net als alle andere ‘gratis’ diensten met een vergelijkbaar verdienmodel houden ze jou, de gebruiker zo lang mogelijk aan het scherm gekluisterd met gesponsorde content bedoeld om je adrenalinespiegel hoog te houden. Jouw ontspanning is namelijk niet in Elons belang. Zoals elke demagoog sinds Alexander de Grote al weet: niks houdt de mensen zo geboeid als controverse en verontwaardiging (oké, dat en kattenfilmpjes).

Mastodon daarentegen is opensourcesoftware om zelf een online sociaal netwerk te hosten, aldus de eerste regel van de wikipediapagina. Er zit geen verdienmodel achter. De eindgebruikerscomponenten van die software (de mobiele app en de website) doen qua uiterlijk en functionaliteit wel denken aan die van Twitter, maar ideologisch konden de verschillen bijna niet groter zijn. Als softwareproject is Mastodon een doe-het-zelf pakket om helemaal naar je eigen behoeften in te richten.

Maar echt, dat zal de doorsnee eindgebruiker, oneerbiedig gezegd, een grote worst zijn. De early adopters vonden het vast gaaf om hun eigen Mastodon netwerk te hosten en met geestverwanten meta-discussies te houden over Mastodon, maar dat geldt voor nog geen tiende promille van de Nederlanders. Dus, als je Mastodon wil promoten (en daar zijn hele goede redenen voor), bega alsjeblieft niet de fout om dat wat de techneuten cool vinden als verkoopargument voor niet-technische gebruikers in te zetten. Die interesseert dat geen bal en willen gewoon een goed werkende, gebruiksvriendelijke service zonder toeters en bellen.

En juist daar wringt het. Mastodon is nog niet simpel en stabiel. De giganten op de digitale consumentenmarkt snappen beter het gevaar van te veel functionaliteit en het belang van een simpele interface. Veel keuze lijkt aantrekkelijk, maar levert vaak een inferieure gebruikerservaring. Want niks is lastiger te ontwerpen dan iets dat simpel is én veel kan. Apple weet dat. Groot als het bedrijf is, hebben ze eigenlijk maar een verrassend kleine productcatalogus, ook al heb je de iPhone in zeven snoepkleuren. De functionaliteit van de software is optimaal, niet maximaal. Ook op Twitter, Facebook, Instagram en Tiktok moet iemand met een VMBO werk- en denkniveau binnen luttele minuten een account kunnen aanmaken. En dat laatste bedoel ik absoluut niet denigrerend. De digitale revolutie laat grote groepen mensen met verminderde geletterdheid in de kou staan, en dat is buitengewoon zorgelijk. 

Software gericht op andere (hoogopgeleide) programmeurs hoeft zich veel minder aan te trekken van de cognitieve beperkingen van de beoogde eindgebruiker. Daardoor is die eerder optimaal flexibel dan simpel en gebruiksvriendelijk. Dat is op zich geen verkeerde overweging. Het kost meer tijd om te leren, maar daardoor kun je de software wel helemaal naar je hand zetten en multi-inzetbaar maken. Als je zulke software vervolgens als ondersteunende component inzet in een product waar de complexiteit voor de eindgebruiker verborgen blijft (onder de motorkap, zogezegd) is dat prima.

Dat is ook precies hoe Open Source software wordt ingezet in commerciële producten. Linux als complete vervanging voor Windows of Mac is daarentegen nooit populair geworden. Gewoon te lastig. Sommige collega’s zullen nu gaan steigeren, want zij zwelgen wel al twintig jaar in hun technisch superioriteitsgevoel, maar, kom op, jongens, jullie zijn volbloed nerds, geef het maar toe. Dat doet trouwens niets af aan het enorme succes van Linux en andere Open Source software en open standaarden. Alleen, als je niet zelf in de software werkt heb je daar weinig besef van. En dat geeft ook niet. Alle Android telefoons en vele andere consumentenelektronica draaien op een aangepaste versie van Linux. Ook commerciële, niet-vrije software van Apple of Microsoft bevat ruimschoots componenten afkomstig uit de Open Source gemeenschap. Maar er zit wel een commercieel bedrijf achter dat ervoor waakt dat de programmeurs niet voortdurend zichzelf als norm nemen voor wat nuttig en gebruiksvriendelijk is.

Dus, gaat Mastodon een Twitter-killer worden? Ik betwijfel het. De gebruikservaring is verre van superieur. “Ik snap er geen bal van”, bij monde van doorgewinterde Twittergebruikers is alvast geen aanbeveling. “Getting started with Mastodon is easy”, Ja, als je eindelijk hebt uitgevogeld dat je niet op mastodon,com, .org of .nl maar op https://joinmastodon.org moet zijn. Pas later kwam ik er achter dat mastodon.nl wel degelijk bestaat, maar die server was op dat moment gecrasht.

Op joinmastodon.org gaat het naar mijn mening al meteen fout. Twee grote knoppen: Get the App en Find a Server. De eerste snap je, maar dan… Find a server? “Ja”, zegt de techneut, “je moet een mastodon instance zoeken en je daar aanmelden. En die draaien op servers”. Wat interesseert het mij hoe het aan de achterkant is ingericht ? Wat dacht je van “Join a Community”?

Ik heb een heel dubbel gevoel bij dit stukje, want ik gun mastodon het allerbeste. Maar tegelijkertijd moeten ze wel flink aan de bak om een excellente gebruikservaring te creëren, en daar wringt het nog behoorlijk. Dus ik heb er voorlopig nog een hard hoofd in.