Programmeren met passie? Please!

Peter de Wits laatste Sigmund column kwam als geroepen deze zaterdag. Ik liep al langer met het idee om eens af te rekenen met het grootste jeukwoord van de afgelopen jaren. Ik hoop dat de Volkskrant deze trouwe abonnee en Sigmund fan dit fair use toestaat…

Peter de Wit in de Volkskrant van 4 aug 2018

De betekenis-inflatie van passie heeft inmiddels de overtreffende trap van leuk/lekker/boeiend bereikt, terwijl het woord toch echt van het Latijn voor lijden (pati) komt. De Duitsers spreken niet voor niks over Leidenschaft. Tegenwoordig heb je al passie voor Italiaans koken, voor oude auto’s, desnoods voor paaseieren verven terwijl je naar the Passion kijkt. Nou doe je als eenling weinig tegen taalverwatering. Je kunt er hooguit een gepassioneerde blogpost over schrijven.

Als lijden de hoofdmoot van passie vormt is er toch weinig plezierigs aan? Dat klopt ook. Passie heb je per definitie ook niet voor zomaar een liefhebberij. Het is de puurste vorm van fascinatie en gedrevenheid  die alleen kan bestaan vanuit een diepgeworteld gevoel van belang en urgentie. De pijn neem je op de koop toe. Neem het dagelijkse werk van een kinder-oncoloog of rechercheur bij de zedenpolitie: het lijkt mij ronduit horkerig om hun te vragen of ze hun werk ‘leuk’ vinden, want dat kan het onmogelijk zijn. De weg naar een baan als professioneel muzikant in een toporkest is eveneens bezaaid met blaren, doorwaakte nachten en stress voor audities. Voor wie eenmaal de top gehaald hebben wachten er gewrichts- en gehoorblessures waarmee ze vaak alsnog voortijdig in de WAO eindigen. Passie is niet voor watjes en wie het heeft gaat er meestal niet prat op. Het is voor mensen die hun eigen plezier kunnen wegcijferen voor een groter belang.

Moeten we dat allemaal ambiëren? Ik denk van niet. De meeste collega-ontwikkelaars (mijzelf incluis) hebben geen pure passie voor software. We zijn er goed in, we gaan met plezier naar ons werk en in onze vrije tijd doe we andere dingen die we leuk vinden en besteden we tijd met mensen die ons dierbaar zijn. Prima zo, want wie het heilig vuur mist loopt ook minder kans op een burn-out of RSI. Mensen zonder passie hebben een gezondere bloeddruk, zijn gezelliger in de omgang en hoeven niet zo nodig president van een wereldmacht te worden voordat ze tevreden kunnen zijn over hun ego.

En toch…

Toch kan ik lastig genoegen nemen met werk dat alleen maar ‘cool’ en ‘leuk’ is. Echte voldoening krijg je toch vooral als je iets wat niet deugde beter hebt kunnen maken. Je moet  problemen willen opzoeken, en dat vraagt een constructief-kritische inslag. “Mens, erger je met mate”, zou ik zeggen, anders blijft alles bij het oude. Daarom leg ik mij de laatste tijd meer toe op security. Ik kan me er in gepaste mate erg druk om maken dat we dat na 25 jaar publiek internet nog steeds niet op orde hebben en met alle nieuwe IOT prullaria opnieuw dezelfde ontwerpfouten begaan. Maar ik slaap er niet minder om. Noem het passie-light.

Posted in Niet gecategoriseerd