De charme van een bezoek aan boekhandel van Piere in Eindhoven is dat je thuiskomt met een boek dat je niet door een gepersonaliseerd algoritme is opgedrongen, al was Masters of Make-up Effects – a Century of Practical Magic – wel een schot in de root. Een rijk geïllustreerde pil over de grootheden en hun engste en meest verbluffende creaties. Veel knotsgekke horror uit het tijdperk van de videotheek komt voorbij, maar ook de realistische transformaties van Meryl Streep tot Margaret Thatcher en Gary Oldman tot Winston Churchill.
Gedreven jongens en meiden met een prettig steekje los, en amateurs in de beste zin van het woord. Op een serieuze kunstacademie kon je dit (nog) niet leren. Dus keken ze vooral de kunst van elkaar af. Kameraadschap en hulpvaardigheid vierden hoogtij.
Exemplarisch voor hun koppige vasthoudendheid en liefde voor het genre is de anekdote over de horrorklassieker An American Werewolf in London uit 1982. John Landis schreef het script al in 1969, maar kon pas in in 1981 filmen. Bijna tien jaar lang perfectioneerden hij en make-up artiest Rick Baker de metamorfose van mens tot wolf in hun hoofd, op papier en uiteindelijk met houtjes, touwtjes en latex. Hoe zij het voor zich zagen was nog nooit gedaan, dus moesten ze alles nog uitvinden. Het kwajongensachtige plezier straalt ervan af.
Baker kreeg er terecht zijn eerste Oscar voor en zou er nog zes bijzetten in zijn prijzenkast. Inmiddels is de meester al een paar jaar met pensioen. Tegenwoordig moet alles digitaal, en daar vindt hij geen lol meer aan. Geef hem maar het penseel en de geur van gesmolten latex.
De acteurs die aan het woord komen in het boek hebben stoere verhalen over de urenlange ontberingen in de grimeerstoel. Hun nieuwe ego zat vaak vreselijk onaangenaam, maar het gaf hun fantasie wel vleugels. Je keek in de spiegel en herkent je eigen gezicht niet meer. Dat was magisch. Nu acteren ze in een motion capture overall voor een groenscherm met sensoren op het gezicht. Daarmee kun je overtuigend het gezicht van Harrison Ford uit 1980 tot leven wekken. Maar zitten we daarop te wachten?
Voor de kijker is het ook minder spannend. Analoge trucages zijn toch als de live act van een goochelaar. Wat je ziet gebeurt voor je ogen, ook al is het nep. De artiest werkt met concrete materie en is gehouden aan de wetten van de zwaartekracht, maar hij trekt alles uit de kast om je te foppen. Op film kadreert en timet de regisseur de werkelijkheid zo, dat jouw hersenen het interpreteren zoals zij het wil en je je verwondert hoe knap het eruit ziet.
Zie je tegenwoordig speciale effecten, dan zien ze er nog steeds knap uit, maar je vraagt je niet meer af hoe ze dat in vredesnaam gelapt hebben. Dat is wel duidelijk: achter een scherm, met een muis en een tekentablet. Want digitaal kun je alles op het scherm toveren wat je hoofd kan verzinnen. En toch krijgen we er geen betere films van. Je moet het immers nog wél bedenken. Rick Baker en John Landis dachten tien jaar na over een scene van een paar minuten. Paradoxaal genoeg krijg je met onbegrensde mogelijkheden en lagere kosten geen beter product. Sterker nog, je krijgt vooral meer van hetzelfde.
Op LinkedIn postte een trotse fotograaf een foto van het beroemde Jezusbeeld in Rio de Janeiro bij nacht, met de volle maan gevangen tussen de opgeheven handen. Een variatie op Atlas die de wereld torst. Naar verluidt had hij jaren gewacht op het perfecte moment. Je kunt de lauwe reacties wel voorspellen. Mwah, koud kunstje. Die maan Photoshop je er in vijf minuten tussen. In midjourney of Dall-E hoef je alleen maar de goeie prompt te geven.
Jongens, daar gáát het niet om! Ik vind die foto ook niet bijster origineel. Maar als iemand er zoveel tijd en energie ingestoken heeft krijgt hij toch mijn respect. Wie met zijn luie donder AI de opdracht geeft om werk uit te spugen dat vakkundig oogt maar waar geen spoortje originaliteit, bezieling en urgentie achter zit bestaat al een mooi Duits woord: kitsch.