Ik zag van de week Spielberg, een onderhoudend portret over ‘s werelds meest productieve en succesvolle filmmaker, van wie ik de voornaam niet eens hoef te noemen. Een nogal gekleurd verhaal ook. Een stoet aan wereldsterren die hij de afgelopen vijftig jaar voor de camera heeft gehad mag aantreden om de loftrompet over hem te steken.
Zijn werklust en vermogen om meerdere ballen in de lucht te houden is onvoorstelbaar en ongeëvenaard. Kwantiteit? Niet te geloven. Lucratief? De kip met de gouden eieren. Artistieke hoogvliegers? Niet altijd, wel vaak. Sentimenteel? Iets te vaak. Onderhoudend? Altijd.
Biografieën van uitzonderlijke talenten zijn zo populair omdat ze de ijdele hoop voeden dat jij als nederige kantoormier er nuttige tips aan overhoudt om je leven wat minder onopzienbarend te maken. Veel succes. Spielberg’s staat van dienst benadrukt vooral hoe zeldzaam hij is. Jij en ik kunnen dit niet.
Zo heel erg is dat laatste ook weer niet. Bedenk dat er veel leuks en waardevols in het leven moet wijken om die creatieve waterval ruim baan te geven. Something’s gotta give. Johan Sebastiaan Bach componeerde een onvoorstelbaar groot oeuvre aan tijdloze muziek én had twintig(!) kinderen. Maar ik denk niet dat hij veel papadagen opnam. Goed, in de 18e eeuw had je het met je partner niet over genderrollen en werk/privé balans. En je had geen Netflix.
Toch vielen me twee dingen op aan Spielberg’s methode waar je wél een voorbeeld aan kan nemen. Hij hecht sterk aan een kundig en stabiel team, maar accepteert tegelijkertijd geen enkel compromis in zijn creatieve visie.
Al decennia put hij uit dezelfde pool van scenaristen, cameralieden en ontwerpers. Componist John Williams is bijna elke keer van de partij. Zonder deze hechte club zou hij nooit zo productief kunnen zijn, zo beweert hij zelf. Logisch, je kunt meteen aan de slag en weet je wat je aan elkaar hebt.
Maar al vanaf Jaws in 1975 moest alles wel op zijn manier. Als twintiger kreeg hij de studio al zo gek om de scenes op de boot op volle zee te schieten. Dat was een dure nachtmerrie, want het weer heeft maling aan jouw draaischema en de kwetsbare mechaniek van de haai. Twintig jaar later bij Jurassic Park hetzelfde verhaal. “Die beesten moeten kunnen rennen. Zoek maar hoe we dat technisch voor elkaar krijgen. We doen het zo, en anders niet”. Zo schrijf je (film)geschiedenis.
Een hecht team kweken, goed samenwerken en als het moet je poot stijf houden. Simpel, maar niet makkelijk.